2010-09-12/14 – The Botney Cut Experience I
mannen met baarden en snavels met buisjes
The Botney Cut Experience was natuurlijk al bij voorbaat legendarisch. Nooit was er een meerdaagse pelagic in Nederland geprobeerd. Dankzij de ruime tijd die we ter beschikking zouden hebben konden we echt ver varen, naar zeevogelrijke wateren. De tocht was dan ook binnen no-time volgeboekt. De omstandigheden waren bar en boos en ons zeebonkschap werd aardig op de proef gesteld. Maar wat een resultaten!
Zondagavond 12 september begon het te roeren in het hoge noorden. Al in de Ezumakeeg clusterden de eerste deelnemers zich samen, onder het genot van een uitgebreid steltloperaanbod. In de haven van Lauwersoog was het Pterodroma team al bezig een grote lading equipment op het schip de Dageraad te laden. Met gepast respect werden bolstaande emmers visafval aan boord gehesen. Langzamerhand verzamelden de deelnemers zich aan dek. Terwijl het nodige proviand voor de komende dagen aan boord werd gebracht werd op de voorplecht een heus pelagisch woud gecreëerd. (Tijdens het vergaren van de benodigde ingrediënten hiervan had Rob van Bemmelen nog een Sperwergrasmus ontdekt.) Rond 22:30 voeren we in het pikkedonker de haven van Lauwersoog uit. We gingen op tijd onder de wol, zo goed of zo kwaad als dat ging.
Maandag 13 september werden we wakker op het Friese Front. Snel een paar laagjes kleren aangedaan en naar buiten geschoten. Direct was het bal. De eerste vogel die ik zag was een Noordse Stormvogel: zo hoort het! Binnen een half uur galmde er “VAALTJE!” over het dek. Aangezien het diertje dichtbij vloog was ‘ie prima te zien en konden we ‘m makkelijk in de kijker krijgen. Vaaltjes zijn berucht moeilijk om tijdens pelagics te zien te krijgen en dit was dan ook een nieuwe soort voor Pterodroma Adventures. Het baasje had wel veel wit op het stuitje trouwens…
De chum-o-masters gingen aan het werk. De emmers werden geopend. Het gistende goedje verspreidde een geur die ofwel aantrekkelijk ofwel afstotelijk werkte, afhankelijk van of je wel of geen zeevogel was. Al snel leverde het een bel vogels achter de boot op die de gehele dag aanhield. Hoewel het gros van de grote meeuwen op open zee Grote Mantel is, wisten enkele meeuwenfanaten hier toch nog wat Kleine Mantelmeeuwen uit te slepen. Het aantal Drieteenmeeuwen bleef deze tocht relatief bescheiden en hoewel er wel regelmatig Genten aanwezig waren hebben we hier in het verleden grotere aantallen van gezien. De Noordse Stormvogel deed het des te beter. Moet je normaal blij zijn met een handjevol, vandaag bouwde zich een enorme concentratie op achter de boot en we zagen ze zeer geregeld langs vliegen. Dit zijn de aantallen waar je op hoopt tijdens een Pelagic! Eenmaal zagen we een donkerdere vogel (enkel donker).
Al tijdens het tweede uurtje licht werd de eerste Grauwe Pijlstormvogel gemeld. De vogel vloog op niet al te grote afstand langs. Geweldig, je hoopt op die beesten, maar gegarandeerd is het nooit. Weer een nieuwe voor de Pterodroma lijst. In het vierde uurtje kwam er weer één langs. Deze vogel draaide wat bij, snuffelde kort aan het chumspoor maar besloot toch door te vliegen. Weer een stukje mooier te zien!
Grote commotie toen het eerste zeezoogdier werd gezien. Wat was dat in godesnaam?! Een breachende Grijze Zeehond! Bizar! Even later gebeurde waar iedereen op hoopte: er knalde een dolfijn door de golven. Helaas waren de omstandigheden echt te ruw om dit beest af te maken. Slechts drie maal kwam hij aan de oppervlakte en hierbij konden slechts enkele waarnemers ‘m zien. Ontdekker Ico Hoogendoorn dacht aan Witsnuit maar Dick Groenendijk neigde eerder naar een Gewone. Het zeezoogdier is daarom als dolfijn sp. de boeken ingegaan. Maar goed, dolfijnen zitten hier dus wel gewoon en met een rustiger zeetje moet het lukken om ze goed te zien te krijgen. Inmiddels hadden we de Klaverbank en de Botney Cut bereikt. Dit was te merken aan de toenemende concentratie zeevogels, met name de NoSto’s.
In het zesde uurtje kwam Grauwe Pijl nummer drie aan. Na eerst enkele malen briljant mooi langs te wieken was het raak: de pijl stortte zich zonder blikken of blozen tussen de Grote Mantelmeeuwen in het chumspoor (ik zou het niet durven). We seinden de schipper in en deze gooide het roer om. We dobberden vlak langs de vogel , die het allemaal goed vond. De vogel was prachtig dichtbij te zien, terwijl hij druk aan het foerageren was. Tussen het op zee dobberen door dook de vogel af en toe. Zo kon hij bij chum dat al wat afgezonken was en buiten het bereik van de andere vogels rond de boot. Als hij dan boven kwam wilden de Grote Mantelmeeuwen de buit wel stelen, maar de pijl leek weinig onder de indruk van de loebassen en weigerden de vergaarde viezigheid in te leveren. Een grappig gezicht was hoe de pijl af en toe aanloopjes nam door over het wateroppervlak te trappelen om snelheid te maken om te duiken. Ook dook de vogel soms vanuit vlucht als een gent en kwam dan als een breachende onderzeeër weer boven. Zo konden we de pijl geruime tijd fenomenaal zien.
Dit was ook een mooie gelegenheid voor een simultaantelling van de Noordse Stormvogels die rond de boot hingen. Meer dan honderd!
We waren al dolblij met deze Grauwe Pijl, maar het feest ging gewoon door. De uurtjes hierna bleven we maar nieuwe Grauwe Pijlen langskomen. Een groot deel had interesse in het geurspoor en geregeld kwamen ze uitgebreid foerageren, soms wel drie tegelijk. De fotografen konden zich stevig uitleven en er werden fantastische foto’s gemaakt. Eind van deze dag stond de teller op 25. Een ongekend hoog aantal voor een Nederlandse pelagic! Overigens zaten er één of enkele Grauwe tussen met opvallend donkere ondervleugels.
Eind van de middag kwam er weer een Vaal Stormvogeltje langs. De vogel vloog strak door en bleef ver, maar toch leek het of ‘ie iets bijdraaide richting het chumspoor. Ondertussen brachten enkele Graspiepers en Tapuiten die uitgeput op volle zee rondvlogen inspiratie voor vervolgtochten: de pelagische grasmat en de pelagische duintop. Voor de Papduiker kunnen we nog een pelagisch konijnenhol in dat duin plaatsen, die neemt toch geen ruimte in de kofferbak in!
Een pelagic bied een unieke kans om in Nederland zeevogels te ringen. De paar asielvogels die het wel redden en weer losgelaten worden kunnen wel van een ring voorzien worden, maar daar zal je weinig van terug horen aangezien die toch meestal alsnog de pijp uit gaan. Echter, fitte vogels op zee ringen (of aflezen) kan zeer interessante informatie opleveren. Wouter Teunissen vangt doorgaans van die brave zangvogeltjes, maar zag deze tocht als een buitenkans om brute zeevogels te ringen. Het vogeltrekstation had interesse en Wouter werd van een ringvergunning voorzien. Hoewel de omstandigheden wat aan de ruwe kant waren werd er toch een poging ondernomen om met een groot schepnet vogels van het wateroppervlak te scheppen. Pas toen er wat ijslollies (met visafval en visolie) overboord gezet werden kwamen de Noordse Stormvogels echt binnen bereik van het schepnet. Luid gejuich toen het Wouter lukte een NoSto te vangen. De vogel werd vakkundig gemeten en van een stuk metaal voorzien. De adulte Noordse Stormvogels waren duidelijk aan het ruien en deze vogel toonde dat goed. De vliegveren krijgen een hoop te verduren tijdens een pelagische levensstijl en enkele nog niet vervangen slagpennen van deze waren zelfs compleet afgebroken. Het is een wonder dat die NoSto’s zo nog in de lucht kunnen blijven! De juvenielen die we zagen rondvliegen zaten in tegenstelling prachtig vers in de veren. Nadat we de NoSto data verzameld hadden mikten we ‘m weer overboord.
Zes uur ’s avonds werden er twee enorme pannen chili con carne op tafel gezet. Meer dan welkom. Gedurende de middag was het weer steeds heftiger geworden. De golven sloegen over het achterdek en het regende aanzienlijk. Met het invallen van de duisternis gooiden we nog een paar ijsblokken overboord. Een geplande vangpoging gedurende de nacht zou gekkenwerk zijn en werd afgeblazen. Nog wel werd er even met geluid geëxperimenteerd. De zang van Stofje, Vaaltje en Swinhoes schalde over het schip. Hoewel het knoerthard was zal het gezien de storm alsnog verwaaid zijn voor het stormvogeloortjes kon bereiken. Het geluid werd uitgezet en we maakte ons op voor een zeer zware nacht. De Dageraad tolde inmiddels alle kanten op. Net toen ik wilde gaan liggen kon ik niet meer ontkomen aan een vlaag van zeeziekte. Ik rende nog naar het achterdek maar arriveerde daar net niet op tijd…
De tweede nacht heeft bijna niemand geslapen. De golfslag was toegenomen tot de buitencategorie, betekende dat we flink heen en weer gesmeten werden. Met name Wouter heeft alle hoeken van de kantine gezien. Elke keer als hij weer met een luide smak tegen de muur of de tafel werd gelanceerd kermde hij het uit. Ook ik lag op de grond. Hoewel ik me wel een beetje klem wist te zetten lag ik in de looproute richting het toilet. Met enige regelmaat kwamen er brakke mensen langs me heen gestommeld gedurende de nacht, maar gelukkig heeft niemand me ondergekotst.
Dinsdag 14 september woedde er epidemieen van zeeziekte en slaaptekort over het schip. Zelfs ‘The Godfather’ Wim van der Schot had het te pakken en liet zich het grootste deel van de dag niet zien. Het was woest op zee en de boot hoekte zo 180 graden heen en weer. We besloten om terug richting Lauwersoog te varen zodat we daar ’s avonds al aankwamen. Als het weer het toegelaten had, hadden we nog een dag op de Klaverbank gebleven en in de nacht daarop terug gevaren. Maar goed, ook de terugtocht was door goed gebied.
Ik ben ’s ochtends zo snel mogelijk naar buiten gerend want binnen zitten zou ik niet getrokken hebben. Een wolk Noordse Stormvogels was de hele nacht bij ons gebleven (die ice cubes werken!). Het achterdek was vanwege het vele water onbegaanbaar en alleen op de in de luwte liggende zijplecht was men veilig voor het spattende water. Er was niet veel ruimte hier, maar het aantal personen dat in staat was uit bed te komen was aardig ingezakt. We moesten ons goed vasthouden. Zo zag ik Martijn de Jonge bijna in een bak rotte garnalen belanden terwijl zijn benen al door de railing staken. Sander Lagerveld viel bijna overboord toen hij diezelfde bak rotte garnalen de trap op probeerde te tillen, net toen het schip weer een flinke kanteling maakte. Het pelagische woud was gereduceerd tot pelagische kaalslag.
Wat een omstandigheden! Was het wel verstandig om nu buiten te zijn? Jazeker! De Grauwe Pijlen deden het nog steeds lekker en we noteerden er vandaag weer zeven. Ook Grote Jager zagen we nog steeds geregeld. Totaal hadden we er deze trip maar liefst 51 en vaak vlogen de vogels geruime tijd achter de boot om het chum van Grote Mantelmeeuwen en aanverwante af te pakken (hoe lui kun je zijn, het drijft daar toch gewoon in het water…?). We hadden deze trip niet gek veel Kleine Jagers, maar van Middelste Jager hadden we er wel vier, terwijl die niet gemakkelijk is. Gisteren hadden we twee adulten die niet echt meewerkten en een mooie lichte juveniel (errug vroeg!). Vandaag voeren we echter dicht langs een drijvende Middelste. Toen de vogel opvloog bleek het een 2e zomer type. Gaaf! Normaal blijven die in het overwinteringsgebied. Hoewel het aantal alkachtigen wat tegenviel (deze tocht had toch een perfecte gelegenheid voor een Papduiker geweest!) kwamen we nog wel geregeld Zeekoeten tegen en uiteindelijk passeerden we de honderd ruim.
Aan de Noordse Stormvogels was goed te merken dat we gaandeweg het vogelrijke gebied verlieten: waren ze de eerste paar uren nog nadrukkelijk aanwezig, net na het middaguur sloeg dit redelijk plotseling om en moesten we het maar met enkele per uur doen. Later in de middag nam de wind iets af en schommelde de boot wat minder hevig. Ondertussen dropen er weer wat meer mensen het dek op. Nu de zee weer iets vlakker was konden we een paar Bruinvissen binnen tikken. Om zes uur ’s avonds was het weer etenstijd. Zuurkool. Het gros van de mensen was wel toe aan een stevige hap en verzamelde zich dan ook in de cantine. Het was goed te nassen doch de kool kreeg een zuur bijsmaakje toen bleek dat we net op dit moment pal langs een juveniele Kleinste Jager waren gevaren! Slechts de enkelingen die buiten waren blijven staan om de telshift over te nemen waren getuigen van hoe dit prachtige schepsel een zeenaald naar de andere wereld hielp. Hoewel ik binnen tien minuten m’n voer naar binnen geschrokt had was ik toch nog (net) te laat. Ik mocht de vogel identificeren op het schermpje van Rein Genuït. Gloeiende, gloeiende! De boot keerde nog wel en we scanden grondig de wilde baren, maar zo’n hummeltje blijkt dan toch wel heel klein op zo’n onmetelijke zee. Jammer, dit had toch wel het kersje op de taart geweest van een zeer geslaagde tocht!
Pas toen het donker werd rukten we ons los van de zee. Inmiddels durfden enkelen het wel weer aan om een biertje naar binnen te gieten. Of twee: eentje om het verdriet van het missen van de Kleinste Jager te verdringen en eentje om de fantastische Grauwe Pijlen te vieren. Rond half tien meerden we weer in Lauwersoog aan. Tijdens de terugtocht was ik niet meer in staat om wakker te blijven. Ik had slechts één nacht slaap gemist, maar anderen hadden beide nachten niet geslapen. (Niet Albert van den Ende, die heeft de hele trip op bed gelegen ;-)) Was het wel verantwoord nu te gaan rijden? Ach, volgens mij is iedereen heelhuids thuisgekomen. Toch? Nu alle foto’s op internet verschijnen is het heerlijk nagenieten. Wat een brute tocht. Volgend jaar weer! We hebben nog steeds een appeltje te schillen met de Grote Pijl!
Ben Wielstra
Lijst met waargenomen soorten:
dag 1 | dag 2 | totaal | |
Zwarte Zee-eend | 0 | 5 | 5 |
Roodkeelduiker | 0 | 1 | 1 |
Noordse Stormvogel | 180 | 4 | 184 |
Grauwe Pijlstormvogel | 25 | 9 | 34 |
Vaal Stormvogeltje | 2 | 0 | 2 |
Gent | 5 | 32 | 37 |
Rosse Grutto | 1 | 0 | 1 |
Stelt sp. | 2 | 0 | 2 |
Grote Jager | 31 | 20 | 51 |
Kleine Jager | 7 | 6 | 13 |
Middelste Jager | 3 | 1 | 4 |
Kleinste Jager | 0 | 1 | 1 |
Jager sp. | 1 | 1 | 2 |
Drieteenmeeuw | 10 | 0 | 10 |
Dwergmeeuw | 3 | 0 | 3 |
Grote Stern | 0 | 2 | 2 |
Visdief | 27 | 13 | 40 |
Noordse Stern | 3 | 0 | 3 |
Zeekoet | 79 | 58 | 137 |
Alk | 1 | 1 | 2 |
AZ-je | 0 | 6 | 6 |
Graspieper | 3 | 0 | 3 |
Pieper sp. | 3 | 0 | 3 |
Fitjaf | 1 | 0 | 1 |
Tapuit | 4 | 1 | 5 |
Gewone Zeehond | 0 | 2 | 2 |
Grijze Zeehond | 1 | 1 | 2 |
Bruinvis | 0 | 4 | 4 |
Doflijn sp. | 1 | 0 | 1 |
* De tellingen van Noordse Stormvogel, Jan van Gent en Drieteenmeeuw zijn niet compleet.
Zie fotogallerij Martijn de Jonge
Zie fotogallerij Bart Vastenhouw